De stadsmuren uit de 14e eeuw waren tweehonderd jaar later zo verzwakt dat zij aan vervanging toe waren. Er kwam een nieuwe vestingwal met elf bastions. Door de nieuwe omwalling, afgerond in 1609, werd de stad tweemaal zo groot. Na de bloei in de Gouden Eeuw kwam in de 18e eeuw de teruggang. Het dieptepunt werd bereikt aan het einde van de Franse overheersing. In de winter van 1813-1814 verschansten de terugtrekkende Franse troepen zich in de vesting Gorinchem. Na een drie maanden durend beleg, waarbij zo'n 77% van de huizen in de stad werd verwoest, gaven zij zich over. Na de Franse tijd, bleef Gorinchem van groot strategisch belang voor Nederland, als zuidoost punt van de Hollandse Waterlinie.
Rond 1870 startte de industriële revolutie en ook in Gorinchem groeide de industrie, echter vooral op afstand van de stad, buiten de militaire schootsvelden. De bouw van stoomschepen leidde tot meer scheepvaartverkeer. Er werden kanalen gegraven en er kwam een spoorweg, waardoor de stad beter bereikbaar werd. In het begin van de 20e eeuw werden er buiten de vesting arbeiderswijken gebouwd en inmiddels is de vesting nog slechts een klein gedeelte van het totale grondoppervlak van Gorinchem.
De vestigingwal met 11 bastions uit 1609 is nog vrijwel geheel intact en begin 21e eeuw gerestaureerd. In de binnenstad zijn diverse historische panden bewaard gebleven, die een goed beeld geven van de geschiedenis van Gorinchem. De Oude Pastorie als onderdeel van het rijke Roomse leven boven de rivieren is er daar een van.
|
|